Pestprotocol basisschool ‘Anna van Buren’
Pesten op school Hoe gaan wij er mee om?
Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aan willen pakken.
Daar zijn wel enkele voorwaarden aan verbonden:
ALGEMENE REGELS voor het terugdringen van pesten
• Pesten moet als probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: leerlingen (gepeste kinderen, pesters en de zwijgende groep), leerkrachten en de ouders/verzorger (hierna genoemd: ouders).
• De school moet proberen pestproblemen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, moet het onderwerp pesten met de kinderen bespreekbaar worden gemaakt, waarna met hen regels worden vastgesteld.
• Als pesten optreedt, moeten leerkrachten en ouders (in samenwerking met elkaar) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen.
• Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, moet de school beschikken over een protocol van directe aanpak.
• Wanneer het probleem niet op de juiste wijze wordt aangepakt of de aanpak niet het gewenste resultaat oplevert, dan is de inschakeling van een vertrouwenspersoon nodig. De vertrouwenspersoon kan het probleem onderzoeken, deskundigen raadplegen en het bevoegd gezag adviseren.
• Op iedere school is een vertrouwenspersoon aangesteld. Op de Anna van Buren is dat mevrouw Marieke Snel.
Hoe willen wij daar op de Anna van Buren mee omgaan?
• Op school werken we wekelijks met de methode ‘Jij en ik’, een methode die de sociaal en emotionele ontwikkeling van kinderen stimuleert. Bij de kleuters wordt gebruik gemaakt van ‘De doos met gevoelens’. Het ‘Blauwe Boek’ kan als aanvulling gebruikt worden voor de onderbouw. Verder wordt in groep 7-8 het ‘Kom op voor jezelf!’ project gegeven. Bij dit project hoort ook nog een les voor de groepen 3-6.
Daarnaast wordt tijdens de eerste vier weken van het schooljaar door de leerkrachten een programma aangeboden, waarbij onder andere de schoolregels worden besproken en de groepsregels worden vastgesteld. Ook de pestregistratie komt aan de orde.
De ‘4-stappen procedure’ (zie bijlage nr. 1) wordt opnieuw aangeboden en de ‘goed gedaan cultuur’ staat centraal.
• Onderwerpen als veiligheid, omgaan met elkaar, omgaan met verschillen, rollen in een groep, aanpak van ruzies etc. komen aan de orde.
• Er wordt gebruik gemaakt van verschillende (samen)werkvormen als kringgesprekken, het voorlezen of vertellen van verhalen, rollenspelen en andere spelvormen.
• Het voorbeeld van de leerkrachten (en thuis de ouders) is van groot belang. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar verschillen worden aanvaard en waar ruzies niet met geweld worden opgelost maar uitgesproken. Agressief gedrag van leerkrachten, ouders en de leerlingen wordt niet geaccepteerd. Alle betrokkenen behoren duidelijk stelling te nemen.
• Jaarlijks wordt in iedere groep minstens één keer een sociogram afgenomen. De kinderen worden dan bevraagd over met wie ze graag samen spelen of samen werken. Ook wordt de Praxislijst ingevuld.
De uitkomsten worden besproken met de Interne Begeleider en zo nodig wordt een handelingplan opgesteld.
• Een effectieve methode om het pesten te stoppen of binnen de perken te houden is de ‘4-stappen procedure’. Op de Anna van Buren wordt deze methode in alle groepen gebruikt.
• Bij niet goed naleven van de ’4-stappen procedure’ wordt een registratie bijgehouden (de pestmap). De werkwijze wordt besproken bij aanpak van pestgedrag.
• Leerlingen, leerkrachten, directie en ouders zorgen in samenwerking met elkaar voor de bewaking van een goed pedagogisch klimaat waarbij de nadruk gelegd wordt op ‘goed gedaan’ en het geven van complimentjes. We noemen dit op de Anna van Buren de ‘goed gedaan cultuur’ (zie bijlage nr. 2).
UITGANGSPUNTEN VOOR DE AANPAK VAN PESTEN
• Het inschakelen van de leerkracht wordt niet opgevat als klikken. Vanaf de
kleutergroep brengen we kinderen dit al bij:
je mag niet klikken, maar……
als je wordt gepest of als je ruzie met een ander hebt en je komt er zelf
niet uit, dan mag je hulp aan de leerkracht vragen. Dit wordt niet gezien als
klikken.
• Een medeleerling heeft ook de verantwoordelijkheid om het pestprobleem bij de leerkracht aan te kaarten. Alle leerlingen zijn immers verantwoordelijk
voor een goede sfeer in de groep.
• Samenwerken met de ouders:
• School en gezin halen voordeel uit een goede samenwerking en communicatie. Ook ouders hebben dus de verantwoordelijkheid om een pestprobleem bij de leerkracht aan te kaarten.
• Dit neemt niet weg dat iedere partij moet waken over haar eigen grenzen.
Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat ouders naar school komen om eigenhandig een probleem voor hun kind op te komen lossen.
• Tijdens de jaarlijkse informatieavond worden de ouders ingelicht over de groeps- en schoolregels en het gebruik van de ‘4-stappen procedure’.
• Bij pestproblemen zullen de directie en de leerkrachten overleg voeren met de ouders van de betrokkenen.
• De inbreng van de ouders blijft bij voorkeur beperkt tot het aanreiken van informatie, tot het geven van suggesties en tot het ondersteunen van de aanpak van de school.
SCHOOLREGELS VAN DE ANNA VAN BUREN
1. Van elkaar afblijven
Wat begint als een geintje, een duw of een trap,
eindigt vaak met ruzie: dat komt van zo’n grap.
2. Naar elkaar luisteren
Iemand wil iets zeggen, luister daar dan naar.
Gaat het je vervelen, zeg het tegen hem of haar.
3. Pesten, niet hier!
Je beseft niet goed,
wat je die ander aan doet.
4. Niemand uitschelden
Je bent voor mij pas een held,
als je niet meer scheldt.
5. Elkaar niet bedreigen
Waarom niet vragen in plaats van bedreigen,
zo zul je sneller je zin krijgen.
6. Van elkaars spullen afblijven
Leen je van mij, dan vind ik dat goed,
maar ik vind wel dat je het vragen moet.
7. Iedereen hoort erbij
Ik mag niet meedoen, dat is niet fijn.
Hoe meer zielen, hoe meer gein.
8. Niet zoveel letten op elkaar
Door alleen op anderen te letten,
kun je zelf geen stap meer verzetten.
9. Let op je taalgebruik
Gewoon praten is OK,
schreeuwen of grove taal………NEE.
10. Je eigen afval opruimen
Met hetzelfde gemak,
gooi je afval in de prullenbak.
11. Telefoon- of computercontact
SMS-en of chatten over en weer,
maar wel een aardige tekst iedere keer.
Toevoeging:
• Kinderen mogen in hun eigen groep een aanvulling geven op deze vastgestelde schoolregels, in overleg met de leerkracht.
• Die aanvulling wordt opgesteld, door en met de groep, dit zijn de groepsregels.
• Zowel schoolregels als groepsregels zijn zichtbaar in de klas opgehangen.
• Daarnaast hangen de schoolregels in de gemeenschappelijke ruimten en de gangen.
• In alle groepen wordt de ‘4-stappen procedure’ gebruikt.
SIGNALEREN EN AANPAK VAN PESTGEDRAG
Leerkrachten moeten alert zijn op signalen van pestgedrag.
Enkele veel voorkomende pesterijen:
• Isoleren.
• Psychisch en/of fysiek mishandelen.
• Buiten school opwachten.
• Klopjachten organiseren.
• Op weg van en naar school achterna rijden.
• Nooit de echte naam van een klasgenoot gebruiken, maar een bijnaam.
• Voortdurend zogenaamd leuke opmerkingen maken over een klasgenoot.
• Bezittingen afpakken of stukmaken.
• Jennen.
• Het slachtoffer voortdurend de schuld van iets geven.
• Opmerkingen maken over kleding en uiterlijk.
• Briefjes doorgeven.
• E-mails of sms-berichten met een bedreigende of beledigende inhoud versturen.
• Steeds (mobiel) bellen.
Kinderen die gepest worden zullen dat niet zo makkelijk zeggen tegen de ouders en/of de leerkracht. Ze zijn bang dat ze niet serieus worden genomen, dat ze als zwak worden gezien of dat het pesten zal verergeren. Het is daarom van belang alert te zijn op signalen van deze kinderen.
Signalen van het gepeste kind:
• Bang zijn om naar of van school te gaan.
• Niet naar school willen en voortdurend smoesjes verzinnen.
• Smeken om naar school gebracht te worden.
• Elke dag een andere route naar school kiezen.
• Slechter presteren dan normaal.
• Met kapotte kleren of spullen thuiskomen.
• Teruggetrokken gedrag vertonen.
• Agressief worden naar andere kinderen toe.
• Stoppen met eten.
• Buikpijn of hoofdpijn hebben.
• Zichzelf in slaap huilen.
• Nachtmerries hebben.
• Het hebben van schrammen en blauwe plekken.
• Geld vragen (om de pester af te lossen).
• Niet kloppende verklaringen geven over bovenstaande.
AANPAK VAN RUZIES EN PESTGEDRAG IN DRIE STAPPEN
Wanneer leerlingen ruzie met elkaar hebben en/of elkaar pesten proberen zij en wij:
1. Er eerst zelf (en samen) uit te komen volgens de ‘4-stappen procedure’.
Op het moment dat de pester niet stopt gaat de gepeste naar de juf.
2. De leerkracht vraagt of de 4 stappen gebruikt zijn en neemt aan de hand daarvan de beslissing wie een time-out blad moet invullen.
3. Bij herhaaldelijk ruzie/pestgedrag neemt de leerkracht duidelijk stelling en houdt een bestraffend gesprek met de leerling die pest/ruzie maakt. De fases van bestraffen treden in werking (zie bij consequenties).
Ook wordt de naam van de ruziemaker/pester in de pestmap genoteerd.
Bij iedere melding in de map omschrijft de leerkracht ’de toedracht’. Bij de derde melding in de map worden de ouders op de hoogte gebracht van het ruzie/ pestgedrag. Leerkrachten en ouders proberen in goed overleg samen te werken aan een bevredigende oplossing. Een kort verslag van dit gesprek met de gemaakte afspraken komt in het leerling-dossier te staan.
Consequenties
Wanneer de stappen 1 tot en met 3 geen positief resultaat opleveren neemt de leerkracht duidelijk stelling.
De straf is opgebouwd uit 4 fases; afhankelijk van hoelang de pester door blijft gaan met het pesten en geen verbetering vertoont in zijn/haar gedrag:
DE VIER FASES VAN DE STRAF
Fase 1:
• Een of meerdere pauzes binnen blijven.
• Nablijven tot alle kinderen naar huis vertrokken zijn.
• Een schriftelijke opdracht zoals een stelopdracht over de toedracht en zijn of haar rol in het pestprobleem.
• Door gesprek: bewustwording voor wat hij/zij met het gepeste kind uithaalt.
• Afspraken maken met de pester over gedragsveranderingen. De naleving van deze afspraken komt aan het einde van iedere week (voor een bepaalde periode) in een kort gesprek aan de orde.
• Een gesprek met de ouders naar aanleiding van drie notaties in de pestmap.
• Een (tweede) evaluatiegesprek met ouders naar aanleiding van de gemaakte afspraken uit het vorige gesprek.
Fase 2:
• Een gesprek met de ouders, als voorgaande acties en eerdere gesprekken met ouders op niets uitgelopen zijn. De medewerking van de ouders wordt nadrukkelijk gevraagd om een einde aan het probleem te maken. De school heeft alle activiteiten vastgelegd in de pestmap en de school heeft al het mogelijke gedaan om een einde te maken aan het pestprobleem.
• De Intern Begeleider is bij het gesprek aanwezig.
Fase 3:
• Bij aanhoudend pestgedrag kan deskundige hulp worden ingeschakeld zoals de Schoolbegeleidingsdienst, de schoolarts van de GGD of Maatschappelijk Werk in de school.
• De Intern Begeleider blijft betrokken en coördineert.
Fase 4:
• In extreme gevallen kan een leerling geschorst of verwijderd worden.
• De directie initieert.
BEGELEIDING VIA HET DRIE-SPORENBELEID
De begeleiding geven we op de Anna van Buren via een drie-sporenbeleid:
• Begeleiding van de gepeste leerling.
• Begeleiding van de pester.
• Begeleiding van de andere kinderen van de groep.
Begeleiding van de gepeste leerling:
• Medeleven tonen, luisteren en vragen: hoe en door wie wordt er gepest.
• Nagaan hoe de leerling zelf reageert, wat doet hij/zij voor, tijdens en na het pesten.
• Huilen of heel boos worden is juist vaak een reactie die een pester wil uitlokken. De leerling in laten zien dat je op een andere manier kunt reageren.
• Zoeken en oefenen van een andere reactie, bijvoorbeeld je niet afzonderen.
• Het gepeste kind in laten zien waarom een kind pest.
• Nagaan welke oplossing het kind zelf wil.
• Sterke kanten van de leerling benadrukken.
• Belonen als de leerling zich anders/beter opstelt.
• Praten met de ouders van de gepeste leerling.
• Het gepeste kind niet overbeschermen. Hiermee plaats je het gepeste kind juist in een uitzonderingspositie waardoor het pesten zelfs nog toe kan nemen.
Begeleiding van de pester:
• Praten; zoeken naar de reden van het ruzie maken/pesten.
• Laten inzien wat het effect van zijn/haar gedrag is voor de gepeste.
• Excuses aan laten bieden.
• In laten zien welke sterke (leuke) kanten de gepeste heeft.
• Straffen als het kind wel pest, belonen als kind zich aan de regels houdt.
• Kind leren niet meteen kwaad te reageren, leren beheersen, de ‘stop-eerst-nadenken-houding’ of een andere manier van gedrag aanleren.
• Contact tussen ouders en school; elkaar informeren en overleggen. Inleven in het kind; wat is de oorzaak van het pesten? (bijv. problematische thuissituatie, buiten gesloten voelen, jaloezie, verveling, baas willen zijn (macht), voortdurend de competitie aan gaan, in een niet passende rol worden gedrukt).
• In overleg met de Intern Begeleider hulp inschakelen: sociale vaardigheidstraining, Jeugdgezondheidszorg, Steunpunt Onderwijszorg of Maatschappelijk Werk in de school.
Begeleiding van de andere kinderen van de groep:
• De kinderen middels gesprekken bewust maken van de invloed die ze (kunnen) hebben ten aanzien van het voortbestaan of het stoppen van het pestgedrag.
• De kinderen stimuleren om voor zichzelf op te komen.
• De kinderen stimuleren om voor een ander op te komen.
• De sterke kanten van de gepeste leerling benadrukken.
• Samen spelen en samen werken met het gepeste kind stimuleren door bijvoorbeeld voor de pauze een buitenspeelplan te maken (wie speelt met wie, wat en waar).
• Kinderen aanspreken op hun verantwoordelijkheid voor het behoud van een goede sfeer in de groep.
• Herhalen van de school- en groepsregels.
• Benadrukken dat kinderen verschillend mogen zijn.
ADVIEZEN AAN DE OUDERS
Ouders van gepeste kinderen:
• Houd de communicatie met uw kind open, blijf in gesprek met uw kind.
• Als pesten niet op school gebeurt, maar op straat, probeert u contact op te
nemen met de ouders van de pester(s) om het probleem bespreekbaar te
maken.
• Pesten op school kunt u het beste direct met de leerkracht bespreken.
• Door positieve stimulering en zgn. schouderklopjes kan het zelfrespect
vergroot worden of weer terug komen.
• Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport of andere hobby waarin
hij/zij zich kan uiten en succeservaringen heeft.
• Steun uw kind in het idee dat er een einde aan het pesten komt.
Ouders van de pesters:
• Neem het probleem van uw kind serieus.
• Raak niet in paniek: elk kind loopt kans pester te worden.
• Probeer achter de mogelijke oorzaak te komen.
• Maak uw kind gevoelig voor wat het anderen aandoet.
• Besteed extra aandacht aan uw kind.
• Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport.
• Corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag van uw kind.
• Maak uw kind duidelijk dat u achter de beslissing van school staat.
Alle andere ouders:
• Neem de ouders van het gepeste kind en pester serieus.
• Stimuleer uw kind om op een goede manier met andere kinderen om te gaan.
• Corrigeer uw kind bij ongewenst gedrag en benoem goed gedrag.
• Geef zelf het goede voorbeeld.
• Leer uw kind voor anderen op te komen.
• Leer uw kind voor zichzelf op te komen.
COMPUTERGEBRUIK
Gezien de steeds grotere rol die het computergebruik in de wereld van de kinderen speelt, vinden we het zinvol om voor de kinderen op de Anna van Buren een aantal afspraken te maken over "veilig internetten". We hebben dit vastgelegd in het computerprotocol (zie bijlage nr. 3).
Tips voor de leerlingen:
• Doe on-line niet, wat je off-line ook niet doet.
• Onthoud dat iedereen zich op internet anders kan voordoen.
• Geef nooit zomaar je privé-gegevens weg.
• Rare sites? Klik weg.
• Log uit als je je ongemakkelijk voelt.
• Zorg dat de virusscanner ge-update is.
• Reageer niet op vervelende mail of chats.
• Blokkeer vervelende chatters of mailers.
• Computer niet te lang.
• Los problemen samen met je ouders of de leerkracht op.
• Meld het als je onbeschofte of gemene mailberichten ontvangt aan je ouders of de leerkracht. Verwijder volgende e-mails van dezelfde afzender zonder ze te openen. Als daders geen respons krijgen is de lol er voor hen snel af.
Tips voor de ouders:
• Surf samen met uw kind. Ga regelmatig samen achter de computer zitten. Ouders en kinderen leren dan van elkaar.
• Maak duidelijke afspraken over het internetgebruik en de tijdsduur die het kind achter de computer mag doorbrengen.
• Houd goed zicht op de computer en plaats deze indien mogelijk op een centrale plaats in huis.
• Leer uw kind om zeer zorgvuldig met privacy om te gaan. Altijd toestemming vragen om aan derden een telefoonnummer, adres of bankrekeningnummer door te mogen geven.
• Bekijk regelmatig de historie van de browser, zodat u op de hoogte blijft van het surfgedrag van uw kind. Let wel: dit biedt geen garantie, want kinderen kunnen deze geschiedenis wissen.
• Gebruik een goede virusscanner en zorg dat deze up-to-date blijft.
• Vertel uw kinderen af te blijven van onbekende software en leer hen voorzichtig om te gaan met het downloaden van onbekende sites.
• Blijf geïnteresseerd in het surfgedrag van uw kind en wijs hem/haar regelmatig op de minder leuke kanten hiervan, zoals pedofielen in chatboxen, pornosites, scheld emails, spam en nog veel meer.
Tips voor de leerkrachten:
• Hang het computerprotocol goed zichtbaar in de klas, nadat je het in de klas besproken hebt.
• Op school gebruiken we internet alleen bij het opzoeken van informatie ten behoeve van een werkstuk of spreekbeurt.
• Blijf in de buurt bij de internettende leerlingen.
Controleer of de schoolregels worden opgevolgd.
• Laat persoonlijke gegevens privé blijven.
Let er op dat er over de leerlingen zo weinig mogelijk valt te traceren.
• Op school chatten we niet.
• Pesten of bedreigen via mail wordt niet getolereerd.
• Bij overtreding van één van bovenstaande afspraken spreekt de leerkracht een ‘internetschorsing’ uit.
De vertrouwenspersoon meldt klachten over internetgebruik aan de systeembeheerder. Dit om misbruik in de toekomst te voorkomen. In geval van ’hate-mail’ kunnen ze samen nagaan van wie de mail afkomstig is.
Vanaf schooljaar 2006-2007 komt er een ‘veilig internet diploma’ beschikbaar. Het ministerie van onderwijs heeft opdracht gegeven tot de ontwikkeling hiervan. Op de Anna van Buren worden de kinderen in groep 7 in staat gesteld dit diploma te behalen.
Met dit pestprotocol willen alle betrokkenen bij de Anna van Buren laten zien dat:
• Alle kinderen zich in hun basisschoolperiode veilig mogen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen.
• We door regels en afspraken kenbaar te maken, het mogelijk maken dat kinderen en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aan kunnen spreken op deze regels en afspraken.
• We door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen, we alle kinderen in de gelegenheid stellen om met veel plezier naar school te gaan!
Dit protocol wordt onderschreven door leerkrachten, vertegenwoordigers van de ouders uit de medezeggenschapsraad, directie en Ouderraad.
December 2007
Evaluatie
Het pestprotocol wordt in juni 2008 geëvalueerd.
BIJLAGEN
• BIJLAGE 1: De 4-stappen procedure
Stap 1: Stop, ik wil dat je ophoudt met…
Zeg duidelijk dat je het niet wilt en dat de ander op moet houden (op een normale manier)
Stap 2: Stop, ik begin boos te worden
Zeg dat je boos wordt en dat de ander op moet houden (zonder te schreeuwen en te duwen)
Stap 3: Als je nu niet stopt ga ik het melden
Zeg dat de ander moet stoppen en waarschuw voor de gevolgen (met de lichaamstaal die hoort bij een Nee -gevoel)
Stap 4: Oké, dan moet je het zelf maar weten
Ga naar de leerkracht, overblijfmoeder/ vader, pleinwacht.
• BIJLAGE 2: Goed gedaan/complimenten cultuur
Het gewenste gedrag willen wij versterken door het geven van complimentjes.
Een complimentje geeft het kind de uitdaging om hetzelfde gedrag nog eens te vertonen.
Deze ‘goed gedaan’ cultuur geeft de kinderen zekerheid, duidelijkheid en zelfvertrouwen. Dit zorgt voor een gevoel van veiligheid.
• BIJLAGE 3: Computerprotocol
Inleiding
Sinds de school televisie, video en internetfaciliteiten heeft, kunnen er beelden en programma's de school binnenkomen, die wij ongeschikt achten voor de leerlingen. Te denken valt aan bepaalde uitingen van geweld, seks en racisme. Met name door de gemakkelijke toegang tot internet, is het risico op het binnenhalen van respectloos en ongewenst materiaal groot.
Team en Ouderraad van de Anna van Burenschool staan op het standpunt dat ongewenste uitingen zoveel mogelijk moeten worden voorkomen, zonder de leerlingen alle verantwoordelijkheid uit handen te nemen. Het team ziet een mogelijkheid om leerlingen, onder begeleiding, eigen verantwoordelijkheid bij te brengen. Het omgaan met internet wordt op zich als leerpunt binnen de school gezien.
Het team van de school zal leerlingen aanspreken op ongewenst (surf-, chat- en e-mail) gedrag.
Kinderen die bewust verkeerde sites zoeken en/of op een onaanvaardbare manier gebruik maken van e-mail, wordt het computergebruik ontzegd voor een door de leerkracht te bepalen periode. De ouders worden van deze maatregel op de hoogte gesteld door de leerkracht.
Uitgangspunten
• De school bevordert het verantwoordelijkheidsgevoel bij leerlingen door de toegang tot internet en videobeelden te begeleiden.
• Het team van de Anna van Burenschool stelt kinderen niet bewust bloot aan videobeelden van geweld, seks en racisme, die geen opvoedkundige bedoeling hebben.
• Bij het vertonen van videofilms wordt de leeftijdscategorie in acht genomen, met dien verstande dat films voor 12 jaar en ouder niet vertoond worden! De school ziet het als opvoedkundige taak om kinderen ervan bewust te maken waarom bepaalde uitingen niet door de beugel kunnen.
• De school probeert zo mogelijk te voorkomen dat ongewenste uitingen de school binnenkomen.
• Leerlingen mogen niet onbeperkt en onbelemmerd internetten; personeel van de school kijkt als het ware ‘over de schouder mee'.
• Internetten gebeurt niet zonder een leerkracht in de nabijheid.
• De school probeert de leerlingen bij te brengen welke zoekopdrachten wel en welke niet relevant zijn bij het zoeken naar informatie op internet.
• Chatten wordt slechts bij uitzondering toegestaan (bijvoorbeeld als onderdeel van een project).
• Ook bij het surfen op internet, bij e-mail gebruik en in het geval van chatten door kinderen is het beleid van kracht. Daarbij geldt dat het bewust zoeken van ongewenste uitingen en het gebruiken van schuttingtaal als storend wordt opgevat en dus consequenties voor de leerling heeft. Het beleid wordt ouders/verzorgers meegedeeld in de schoolgids.
dinsdag 10 juni 2008
PESTPROTOCOL
Gepost door
R.van der Struik
op
17:49
Labels: Pestprotocol
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten